Het waren twee aardige mensen

Uit Sessie
Ga naar: navigatie, zoeken

Het Dwaren twee aardige A7mensen
Die dachten van niemandal Dkwaad
Ze dachten alleen aan zichE7zelve
Zoals dat gewoonlijk dan A7gaat
Het Dwaren twee aardige A7mensen
Nog zonder verstand en geDzond
Die Ghielden zo Boveel van elDkanB7der
AlsE7of er geen A7wetboek beDstond

De ene die leerde voor dokter
Z'n vader had duiten ervoor
De andere zat voor haar broodje
Als schrijfstertje op een kantoor
De een, die zat rijk in zijn kleren
Droeg vesten en kousen van zij
De ander had bijna geen hemd aan
En toch was ze dapper en blij

Hij wachtte haar op tegen achten
Dan had ze gedaan op kantoor
Ze sprongen elkaar in de armen
En gingen er zingend vandoor
Dan kreeg ze een ruikertje rozen
Een doosje met zeep of met reuk
En eens gaf hij haar als verrassing
Een grappige hoed met een deuk

Zo werd het hoe langer hoe mooier
Ze hadden voor werken geen tijd
Haar penhouder had ze vergeten
En hij was zijn leerboeken kwijt
Toen huurde ze ergens een kamer
Omdat er geen uitkomst meer was
Daar kregen ze samen een kindje
En dat kwam volstrekt niet van pas

De vader riep: aap van een jongen
Ga gauw bij dat schepsel vandaan
En geef haar een bankje van honderd
Dan is er de zaak mee gedaan
Toen bleef ze alleen met haar kindje
Geen mens die haar hielp in de nood
Ze beefde van angst en van schande
En maakte haar kindje toen dood

Het waren twee aardige mensen
Nog zonder verstand en gezond
Die hielden zoveel van elkander
Alsof er geen schande bestond
De een is gevestigd als dokter
En werkt voor een deftig bestaan
De andere zucht in het spinhuis
En daar denkt nou niemand meer aan

Het waren twee aardige mensen
Genre ballad
Taal NL
Maatsoort 3/4
Toonsoort D
Componist J.H. Speenhoff
Door J.H. Speenhoff
jaar 1909
Copyright 0
Download